Korte omschrijving van dyslexie

Wat is dyslexie nu eigenlijk?

Op deze simpele vraag moet ik u het antwoord schuldig blijven. De eerste persoon die antwoord kan geven maakt namelijk een goede kans op het winnen van de Nobelprijs.
De wetenschap is druk doende om een bevredigend antwoord te vinden.
Wat we al wel weten is dat er iets in de hersenen is wat dyslexie veroorzaakt. Mogelijk is dit genetisch bepaald.
Het is in ieder geval opvallend dat dyslectische kinderen ook vaak een ouder hebben met dyslexie.
Ook komt het soms voor dat mensen na een hersenbeschadiging symptomen van dyslexie vertonen.Hoe kunnen we dan zeggen dat iemand dyslectisch is, als we niet weten wat het is?

Dit doen we aan de hand van een aantal symptomen die wel te herkennen en vast te stellen zijn. Aan de hand van die symptomen is er een definitie opgesteld door een commissie van de gezondheidsraad;

“De commissie spreekt van dyslexie wanneer de automatisering van woordidentificatie (lezen) en/of schriftbeeldvorming (spellen) zich niet, dan wel zeer onvolledig of zeer moeizaam ontwikkelt.”
(Gezondheidsraad; 1995, p13)
De definitie wordt als volgt uitgelegd; “De werkdefinitie van de commissie houdt in dat dyslexie in de praktijk gekenmerkt wordt door een ernstige lees- en spellingsachterstand, die hardnekkig is en weinig reageert op de in het onderwijs gebruikelijke didactische maatregelen en remediëringsinspanningen, en die bij onderzoek blijkt samen te gaan met een zeer trage en/of onnauwkeurige en snel verstoorde woordidentificatie en/of schriftbeeldvorming.”
(Gezondheidsraad; 1995, p14)
Waar het op neer komt is dat het lezen moeizaam gaat, vaak erg hakkelend. Het kind leest bijvoorbeeld de punten en komma’s niet, leest woorden die er niet staan en slaat woorden over.
Dit komt doordat de woordherkenning niet automatisch op gang komt.
Neem het woord voetballen, een normaal kind herkent het woord door er lettergrepen van te maken voet-bal-len, hij herkent de eerder geleerde woordjes voet en bal en weet dat lenbetekent dat het om het spel voetballen gaat. Het “normale” kind herkend de woorden zonder ze letter voor letter te hoeven spellen.
Terwijl zijn vriendjes vrolijk aan het voetballen zijn geslagen, zit het dyslectische kind nog te puzzelen op voet, hij zal dit letter voor letter moeten spellen om er zich een beeld van te vormen, vervolgens moet hij de combinatie met bal nog maken. Tegen de tijd dat het kind heeft uitgevogeld dat het om voetbal gaat, begint hij te gokken, omdat hij ook zo graag wil voetballen. Er staat nog wat achter bal dus gokt hij (in dit geval juist) len.
Een dyslectisch kind herkent de eerste lettergreep pas, als hij geluk heeft ten minste, als hij het eerste deel (voet) gespeld heeft en zo verder.Bij de schriftbeeldvorming, oftewel het spellen treden, weer andere complicaties op. Het dyslectische kind weet wat voetballen is, hij heeft er wederom moeite mee om het op te delen in lettergrepen. Hij kan er maar moeilijk een cryptogram van maken. Een voet kan hij zich nog verbeelden en een bal wil ook wel maar dan die len, daar kan hij geen touw aan vast knopen, hij zal dan ook moeite hebben om dit op te schrijven. Meestal wordt het dan ook voetbalen.

Naast dit alles komt de klank ook nog eens om de hoek kijken.
Neem het woord fout; laat ik het anders zeggen: vaut.
Niemand hoort het verschil. Toch staat het hier op twee manieren. Het is dat de spellingscorrector op mijn computer beweert dat fout f-o-u-t gespeld wordt en niet v-a-u-t.
Ook in het alfabet zitten veel letters die toch een beetje het zelfde klinken zoals de f en de v de c en de k of s en dan die rare combinatie ch, wat moet je ermee?
Als klap op de vuurpijl bedient het alfabet zich ook nog hier en daar van bijna dezelfde symbolen. Een dyslectisch kind ziet het verschil niet in een b een d een q of een p. Simpelweg omdat het hier gaat om dezelfde plaatjes, weliswaar telkens gespiegeld, maar toch…

Het is van groot belang om dyslexie zo vroeg mogelijk te onderkennen, zodat er in een vroeg stadium aan de zwakke kanten van het kind kan worden gewerkt, maar ook om zijn sterkere kanten te versterken.
Zodra ouders en leraren merken dat een kind moeite heeft met lezen en schrijven moet hier extra aandacht aan besteed worden.
Soms groeit een kind over zijn schrijfproblemen heen en is er niets aan de hand, er is dan geen sprake van dyslexie.
Als de problemen echter hardnekkig blijken te zijn is het verstandig om een kind te laten onderzoeken.
Aan de hand van gedegen tests kan een behandelplan worden opgesteld.
Laat ik hier nog benadrukken dat dyslexie niet te genezen is. Door een kind gericht hulp te bieden, kunnen zijn mogelijkheden zo optimaal mogelijk worden benut.

Er zijn verschillende behandelmethoden, die elkaar overigens niet uitsluiten.

Een behandeling kan gericht zijn op:

(leer)taakgerichte behandeling.
Deze behandeling is direct gericht op het trainen van lezen en spellen
Linguïstische benadering
Men gaat er hierbij vanuit dat de cognitieve verwerking van taal niet optimaal is, zoals bijvoorbeeld het onvermogen om aan te voelen dat woorden zijn opgebouwd uit delen. (voet-bal-len)
Training van cognitieve strategieën
Deze behandeling is gericht op het zo efficiënt en strategisch mogelijk inzetten van de aanwezige vaardigheden.
Neuropsychologische behandelmethode.
Men gaat er hierbij vanuit dat verschillende delen in de hersenen, op het gebied van taal, niet goed samenwerken.
Behandeling met behulp van medicijnen is nog niet mogelijk.
Mocht uit de test naar voren komen dat het kind inderdaad dyslectisch is, dan is het verstandig om een dyslexieverklaring te vragen. Met deze verklaring staan u en uw kind namelijk sterker in de zoektocht naar hulp en mogelijke aanpassingen.
Het is namelijk zo dat ieder kind met een handicap, dus ook met dyslexie, recht heeft op gerichte aanpassingen. Het zal niet altijd optimaal zijn en er dient creatief omgegaan te worden met de regels, maar toch, alle beetjes helpen.

Alleen erkende orthopedagogen en psychologen kunnen een dyslexieverklaring afgeven.
Ook voor verdere behandeling gaat mijn voorkeur uit naar wetenschappelijk beproefde methoden,in combinatie met remedial teaching, soms ook met de hulp van een logopedist. De school en de psycholoog of orthopedagoog kunnen u het beste helpen bij het zoeken naar de juiste persoon voor de juiste behandeling.

Voor een alternatieve behandeling ben ik erg huiverig.
Nog te vaak krijg ik verhalen te horen dat kinderen, na een lange weg, achteraf niet verder gekomen zijn en dan ook nog de schuld krijgen van het feit dat ze “onbehandelbaar” blijken te zijn. Vaak worden opmerkingen gebruikt als: uw kind is niet dyslectisch anders was de behandeling wel aangeslagen, of: uw kind is gewoon te dom en te lui en ga zo maar verder…
Ik zeg niet dat alle alternatieve behandelingen per definitie slecht zijn, maar wees er voorzichtig mee.
Een goede stelregel is, zodra een behandelaar beweert dat hij dyslexie kan genezen, maak dan dat u wegkomt. Die behandeling gaat u namelijk veel geld kosten en levert alleen maar desillusie op.
Nogmaals dyslexie is niet te genezen.

Wat kunt u als ouder doen om uw kind te helpen?

Stimuleer uw kind om zo veel mogelijk te lezen en te schrijven. Door het kind voor te lezen komt het kind er achter dat er spannende verhalen in boeken staan. Geef het kind boeken die hij aankan, soms helpen boeken met veel plaatjes erin, zodat het kind zich een voorstelling kan maken bij het verhaal. Desnoods stripboeken, als het kind maar leest. Verder helpen woordspelletjes, zoals scrabble.
Dwing het kind echter nooit! Dat werkt alleen maar averechts. Zodra het kind een weerstand gaat opbouwen zal hij alleen maar een grotere achterstand oplopen. Zorg er daarom ook voor dat het kind ruimte houdt om te spelen en niet altijd maar bezig is met extra bijles, behandelingen of wat dan ook, het blijft tenslotte een kind.

Het allerbelangrijkste wat u echter voor uw kind kunt doen is het vertrouwen en zelfvertrouwen geven.
Zelfvertrouwen is voor ieder kind belangrijk, maar een dyslectisch kind zal, ondanks dat hij zijn best doet vaker falen en teleurgesteld worden en daardoor nogal wat deuken in dat zelfvertrouwen oplopen. Het gaat om het kind en niet om het resultaat.
Volg verder zoveel mogelijk uw intuïtie.
Hoe meer zelfvertrouwen het kind heeft des te groter zijn kans van slagen in deze maatschappij, met of zonder diploma.
Het verleden heeft immers al uitgewezen dat ook dyslectici het ver kunnen schoppen.
Kijk naar Leonardo DaVinci, Winston Churchill, Woopie Goldburg, Adriaan van Dis, zelfs in de ruimte was er één te vinden, kijk maar naar Wubbo Ockels, en ga zo maar door.

Dyslexie is en blijft lastig, maar er valt goed mee te leven.